Dankwoord na de overhandiging van het eerste exemplaar van de nieuwe uitgave van 'Ut Groen-Geile Boekie'

Geachte aanwezigen,

Bedankt voor de gastvrijheid familie Paagman,

Heel veel dank voor het boekie. En overigens wat mooi, dat de presentatie van Ut Groen-Geile Boekie toch door kon gaan. Want het zijn natuurlijk rare en zorgelijke tijden. Corona heeft grote invloed op ons werk en op ons sociale leven. En juist in deze tijd kunnen we wel wat leuke Haagse dingen gebruiken. In april, midden in de lockdown, was er al een Haags Dictee: de plaatselijke variant van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Onder leiding van Sjaak Bral konden deelnemers vanuit huis hun kennis van het Haags testen. En, misschien nog wel belangrijker, zich een beetje verbonden voelen met elkaar.

En nu is er dan deze derde uitgave van hét standaardwerk over het Haags. Iedereen die zich maar een beetje wil verdiepen in het Haags moet het in de kast hebben staan. Ut Groen-Geile Boekie is ook een eerbetoon aan Marnix Rueb. Hij bedacht hét archetype van het Haags, Haagse Harry. Helaas overleed Marnix alweer bijna zes jaar geleden.

Maar er is nog een derde reden waarom het zo mooi is dat deze derde uitgave nu verschijnt. We moeten lokale talen in ere houden. Ze bepalen in belangrijke mate het karakter van onze steden en regio’s. En daarom koesteren we het Haags. Niemand minder dan Constantijn Huygens vereeuwigde – honderden jaren geleden- de bloemrijke woordenschat van de Hagenees. Robert-Jan Rueb en Sjaak Bral bevinden zich dus in goed gezelschap.

Zelf ben ik opgegroeid met het dialect van de Edammers en de Volendammers. Mijn moeders zijde is Zeeuws. Mijn oma sprak het… Het klinkt me tot de dag van vandaag vertrouwd in de oren. Datzelfde geldt voor het Utrechts. Het Haags leerde ik kennen via wijlen mijn schoonouders en via Haagse grootheden als Jacobse en Van Es en Harrie Jekkers. Sindsdien heeft ook het Haags een plekje veroverd in mijn hoofd en hart. Dit boek zal me ongetwijfeld kennis laten maken met nog veel meer aspecten van het Haags. En ik hoop natuurlijk dat ik daar niet de enige in zal zijn. Want dit boek verdient een groot publiek.

Tot slot nog dit: Komende donderdag ben ik honderd dagen burgemeester van ons mooie Den Haag. Honderd dagen waarin ik met heel veel mensen heb mogen kennismaken. En veel onderweg ben geweest in de stad, als het even ging op de fiets. Helaas veroorzaakt corona voorlopig weer enige vertraging. Ook ik beperk mijn bezoeken in de stad tot een minimum. En uiteraard altijd op gepaste afstand én met mondkapje op. Daarom is het ook zo goed dat bij deze nieuwe uitgave van Ut Groen-Geile Boekie een mooi Haags mondkapje hoort. Zoals ik al eerder heb gedaan druk ik iedereen op het hart: wanneer je in openbaar toegankelijke binnenruimten bent, zet dan een mondkapje op en houd afstand.

Maar bovenal zeg ik tegen alle Hagenaars en Hagenezen: het is een vervelende tijd, let daarom een beetje extra op elkaar. Samen komen we erdoorheen.

Hou vol.