Zaterdag en zondag 6 en 7 januari

Na om zeven uur vanochtend een aantal boodschappen thuisbezorgd te hebben gekregen en m’n Fiatje bij Haan aan de Duinstraat van benzine te hebben voorzien, wandel ik door de wijk. Het is met drie graden een stuk koeler dan gisteren. Buig me dan over de stukken uit de loodgieterstas.

Reis in de loop van de middag op uitnodiging van voorzitter Leo van der Kant (oprichter van Assemblee Speakers) en secretaris Jean Haesen richting het Belgische Lanaken. Check aan de Paalsteenlaan in bij La Butte aux Bois. David Geurts van het hotel doet me in- en uitgeleide. Kijk op mijn kamertje – keurig verzorgd door Jessy Brepoels en haar team – naar het EK afstanden. Op alle drie de afstanden doen de Nederlandse dames en heren het op de 500 meter (Antoinette Rijpma-de Jong), 1.500 meter (Femke Kok) en de 5.000 meter (Patrick Roest) voortreffelijk. Gebruik het avondeten met senator Martin van Rooijen in Bistrôt Le Ciel. Leerzaam. Martin maakte een groot deel van de recente parlementaire geschiedenis van dichtbij mee. Ooit trad hij in 1973 als 31-jarige voor de Katholieke Volkspartij (KVP) als staatssecretaris voor fiscale zaken toe tot nota bene het kabinet-Den Uyl. Laaf me aan zijn ervaring en inzichten. Chef Pieter Beurskens en zijn mensen doen hun best.


La Butte aux Bois viert in 2024 haar 100-jarig bestaan – een mijlpaal die teruggaat tot het jaar 1924, toen het als het adellijk buitenverblijf van Ridder Lagasse De Locht begon. Door de jaren heen heeft het landgoed een opmerkelijke transformatie doorgemaakt. Inmiddels is het uitgegroeid tot een domein met 60 kamers, verdeeld over het Manoir (daar bevindt mijn kamertje zich), de Villa en La Forêt.


 

Lig zondagochtend even voor zevenen in het zwembad van het hotel. Ben de enige. Life time friend Kobchai Kingchatchaval belt naar aanleiding van een actualiteit. Ontbijt met wat fruit en verricht enig leeswerk op mijn kamer. Woon in de loop van de ochtend de jaarlijkse nieuwjaarslunch bij van het genootschap De nalatenschap van Hendrik VIII. Het genootschap is genoemd naar de Engelse koning uit de 16e eeuw die enerzijds geroemd werd om zijn interesse in kunst en wetenschap en anderzijds bekritiseerd werd vanwege zijn vaak wrede optreden. Zo liet hij twee van zijn zes echtgenotes onthoofden.

Zit aan tafel naast ambtgenoot Désirée Schmalsläger (Leudal) en hulpbisschop Everhard de Jong (Roermond). Terwijl het buiten begint te sneeuwen is er een nieuwjaarstoespraak van voorzitter Van der Kant (“2024 is een schrikkeljaar… het is 25 jaar geleden dat oud-minister Wil Albeda en ik het genootschap hebben opgericht”).

Dit jaar is Martin van Rooijen de hoofdgast. Hij verzorgt een inleiding. Martin is de allerjongste bewindspersoon ooit (“Ben op 23 december 1973 door koningin Juliana beëdigd”) en inmiddels als 81-jarige het oudste Eerste Kamerlid. Martin vertelt over het extraparlementaire kabinet-Den Uyl. “Wie weet staat ons dit jaar ook zo’n extraparlementaire variant te wachten… Tot het kabinet-Den Uyl was het gebruikelijk dat ministers invloed hadden op de inhoud van het regeerakkoord, sindsdien is dat een zaak van de fractievoorzitters en de coalitiefracties. Ministers zijn sindsdien dus in feite een soort van uitvoerders geworden. Ik was erbij.” Vraag hem na afloop naar het geheim van zijn zeer lange politieke en maatschappelijke carrière. Zijn antwoord is even helder als kort: “Onze lieve Heer.” Martins toespraak was het aanhoren meer dan waard.

En ook dit keer weet het genootschap het nuttige met het aangename te verenigen. Reis in de loop van de middag terug naar Den Haag. Morgen is het gewoon weer maandag.